



Jul, het Zweedse woord voor kerst, is een hele belangrijke tijd van het jaar in heel Scandinavië. De dagen in december zijn hoe hoger naar het noorden je komt steeds korter en donkerder, sommige dagen zijn zelfs nauwelijks licht te noemen en zolang men zich kan herinneren is het daarom de tijd van het jaar om al feestend door te brengen met lichtjes en veel eten, de vikingen deden dat al.
De kersttijd begint met peperkoekjes, het liefst thuisgebakken en glögg, gekruide warme wijn. Op 13 december als het Lucia feest gevierd wordt eet iedereen lussekatter, zoete saffraanbroodjes, terwijl kinderen op die dag kerstliedjes zingen. Het is een typisch Zweeds feest wat hoort in de decembermaand. Kinderen dragen kaarsen en hebben lange witte gewaden aan, een van hen mag Lucia zijn, met een kroon kaarsen op haar hoofd.
Eigenlijk viert heel Scandinavië eigenlijk de hele maand december kerst.


Lussekatter
Zweedse saffraan broodjes
En als dan als met kerst het hoogtepunt van de maand is aangebroken is het tijd voor het Zweedse julbord. Julbord betekent letterlijk kersttafel in het Zweeds en dat is het ook; een grote buffettafel boordevol met heel veel traditionele Zweedse kerstgerechten waarvan iedereen neemt wat hij of zij het lekkerst vindt. Wat er zeker niet mag ontbreken op een Zweeds kerstbuffet zijn verschillende soorten ingemaakte haring, julknäcke, een gekruid kerstknäckebröd, Zweedse gehaktballetjes met vossenbessenjam, Jansson's verleiding, een gerecht van aardappels uit de oven met sprot, ui en room en rode kool die tijdens de kerst rödkål till jul heet, kerst rode kool.






Lök & Dillsill
Ingemaakte haring met ui en dille

Julknäcke
Zweeds gekruid kerstknäckebröd





Janssons Frestelse
Jansson's verleiding; aardappels, ui, sprot & room

Köttbullar
Zweedse gehaktballetjes, essentieel bij een Zweedse kerst



Rödkål till jul
Kerst rode kool
© Anna Rubingh